Het bedevaartstadje Scherpenheuvel krijgt jaarlijks tienduizenden pelgrims op bezoek. Het voorbije jaar mocht pastoor Luc Van Hilst welgeteld één groep bedevaarders verwelkomen in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Dat de coronacrisis de Mariadevotie heeft doen verslappen, wil Van Hilst niet gezegd hebben, integendeel: ‘In deze bizarre tijd hebben veel mensen hun eigen heiligdommetje ontdekt, thuis in de woonkamer. Het verlangen naar Onze-Lieve-Vrouw droogt niet op.’

(foto: Jeroen Danckers)
Stilte… of toch niet?
Scherpenheuvel is zo’n plaats waar het geloof handen en voeten krijgt. In het bedevaartseizoen is het een komen en gaan van pelgrims – in een ‘normaal’ jaar registreert het secretariaat van het heiligdom 650 groepen. Sommige bedevaarders komen aangefietst uit een naburig dorp, anderen hebben er een nachtelijke voettocht vanuit Antwerpen voor over om bij Maria te kunnen zijn. Op het plein voor de barokke basiliek staan souvenirkraampjes, eethuizen en cafés in het gelid.Het voorbije jaar was er van die gezellige drukte niets te merken in Scherpenheuvel. ‘Hoewel de stilte relatief was’, zegt pastoor Van Hilst. ‘Want mensen zijn hun noden blijven toevertrouwen aan Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Soms hing ik twee uur per dag aan de telefoon. En de stroom mailtjes met misintenties en vragen om gebed was niet te overzien. ‘
Wat kon er wél nog?
Al in de eerste weken van de crisis werden we om de oren geslagen met richtlijnen. ‘Er werd vooral gehamerd op wat níet mocht, terwijl ik me als priester in de eerste plaats afvroeg hoe ik mensen wél nabij kon blijven’, blikt Van Hilst terug. ‘Zeker nu er angst en verdriet leefde bij velen. De verleiding was groot om toch op huisbezoek te gaan. Pater Damiaan is toch ook niet thuisgebleven? Bovendien stond het bedevaartseizoen in de startblokken.’Al gauw werd duidelijk dat de lockdown geen kwestie van dagen, maar van weken en zelfs maanden zou zijn. Een trouwe medewerker van het heiligdom overleed aan de gevolgen van COVID-19, een andere kwam in een coma terecht.

Zoals de eerste Lourdesreis
Gewoonlijk is Scherpenheuvel vanaf 1 mei in feeststemming, maar dit jaar hing er een bedrukte atmosfeer boven de Mariamaand. De dagelijkse tv-uitzending van het rozenhoedje vanuit de basiliek moest troost bieden aan al wie thuis mee zat te bidden.De beperkingen op allerlei vlakken deden de pastoor denken aan zijn eerste Lourdesreis.
‘Ik verwonderde mij als jongeman over de mensen die op hun ziekbed tot bij de grot gebracht werden. Waarom al die inspanningen doen, dacht ik, het is toch veel comfortabel als je in die toestand thuisblijft? Later ging ik het beter begrijpen. Zieke, bedlegerige mensen die zich de moeite getroosten om op bedevaart naar Lourdes te gaan, nemen hun beperking ernstig. Ze vechten niet tegen hun ziekte, want ze weten dat niet zullen genezen. Ze aanvaarden hun toestand, hoe moeilijk dat ook lijkt. En dan ontdekken ze wat er wél nog mogelijk is.’
Deze tekst is een fragment uit een interview in het januarinummer van ‘Maria, middelares en koningin’. Zin in meer? Ontdek ons tijdschrift hier!