Even buiten de dorpskom van Oostmalle, halfweg tussen Antwerpen en Hoogstraten, bevindt zich het Mariapark. Jaarlijks vinden talrijke groepen bedevaarders de weg naar deze oase van stilte en gebed. In de meimaand laat parochiepriester Gabriël Goossens ons graag kennismaken met misschien wel de fraaiste ‘tuin voor Maria’ die Vlaanderen rijk is.
In de jaren negentig van vorige eeuw vergezelde ik jaarlijks mijn grootouders naar de beroemde kerststallententoonstelling in het Mariapark in Oostmalle. Het leek een lange rit vanuit de Antwerpse rand tot diep in de Kempen. Mijn grootouders zaliger keken ernaar uit om de vele zelfgemaakte kerststallen te bewonderen in dit vredige oord. Een kaarsje branden in de Lourdesgrot was er ook altijd bij. Wie had 25 jaar geleden durven te denken dat het jongetje met zijn grootouders benoemd zou worden als parochiepriester voor de parochies van Zoersel en Malle, inclusief het mooie Mariapark!
Toen ik eind 2019 hier arriveerde, telefoneerde een bevriende priester mij uit het buitenland. Hij zei dat hij enige jaloezie voelde met zo’n prachtig Mariapark in een van de parochies waar ik priester mag zijn. En inderdaad. Al heel vlug leerde ik het bezielende echtpaar achter het Mariapark kennen: Walter Huybrechts en Ursula De Gruyter. Al 39 jaar schoffelen en harken ze de tuin van Maria proper, met een team van ijverige vrijwilligers naast hen.
Verval en bloei

De Mariakapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand, werd in 1837 gebouwd door grootgrondbezitter Léonard Pierre Joseph du Bus de Gisignies, als dank voor zijn veilige terugkeer uit Nederlands-Indië. Zijn schip was onderweg in een storm terechtgekomen. In 1930 liet pastoor De Molder naast de kapel een Lourdesgrot bouwen met geld dat door gehandicapten werd bijeengebracht in de Sint-Laurentiusparochie van Oostmalle. Het gebedsoord floreerde. In 1934 kwam er nog een calvarieberg bij.
In de jaren zeventig geraakte het Mariapark echter in verval. Het werd een puinhoop. De toenmalige eigenares, gravin Clara Van Gelder, wilde het van de hand doen. De parochie, de kerkfabriek, de dekenij, zelfs het bisdom en het Marialegioen: niemand zag het zitten om het park over te nemen, zelfs niet gratis. Walter en Ursula, samen met anderen, richtten een vzw op en de gravin schonk het Mariapark hen.
De nieuwe vzw liet de grot restaureren en het mariale oord breidde nog verder uit. In de kunstrotsen naast de grot zit een steen verwerkt die de Mallenaren persoonlijk uit de Gave in Lourdes geraapt hebben tijdens een van de vele Lourdesbedevaarten.
Een oord van verstilling
Vóór de coronacrisis kende het Mariapark jaarlijks veel groepen die op bedevaart kwamen. Van Samana Ziekenzorg, vanuit woon-zorgcentra en met bussen vanuit Limburg wist men het Mariapark van Oostmalle te vinden. Sinds de coronacrisis blijft het bezoekerscentrum leeg en zijn de inkomsten enorm teruggelopen. Dat is een zorg voor de vrijwilligers die er hart en ziel, tijd en energie in steken. Gelukkig ontdekten meer mensen uit eigen streek de weg om een kaarsje te komen branden.

Het park tooit zich in de lente in al zijn natuurschoon. Je vindt er een kruisweg en beelden van enkele grote heiligen, onder wie pater Damiaan, pater Pio en Moeder Teresa van Calcutta. Er is ook een stemmig hoekje met een piëta. Vlak voor het bezoekerscentrum lacht en straalt Onze-Lieve- Vrouw van Fatima elke bezoeker toe. Ook de herderskinderen zijn aanwezig. Het is een oord van verstilling, gebed en geloof. Dat voel je als je erdoor wandelt.
In normale tijden zijn er activiteiten van kindercatechese, gebedsgroepen, momenten van eucharistische aanbidding, het bidden van de rozenkrans en de jaarlijkse Mariahulde met kaarskensprocessie op 15 augustus. En ja, ook de kerststallententoonstelling staat na al die jaren nog steeds op de kalender.
Die bevriende priester had gelijk: het is een zegen om zulke ijverige zonen en dochters van Maria te hebben in een van de parochies waar ik als priester werkzaam mag zijn.
Gabriël Bart Goossens, o.praem.