Voor Alexandre Wallemacq is de zomer van 2020 er een om niet te vergeten. Tussen twee lockdowns in werd hij in de Brusselse Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal tot priester gewijd. Intussen zijn we een jaar verder en is hij aan de slag in de parochiepastoraal in Waals-Brabant. Tijd voor een terugblik.
Niets is vanzelfsprekend in ‘coronatijd’ en dat heeft ook Alexandre Wallemacq mogen ondervinden. Na een zeven jaar durende opleiding aan het seminarie keek hij reikhalzend uit naar zijn priesterwijding, maar het virus dreigde roet in het eten te strooien. ‘Ik zou gewijd worden op 20 juni, maar die datum moesten we laten varen. Pas begin juni kregen de bisdommen groen licht om de eucharistie op te dragen met publiek. Met ruim twee maanden vertraging ben ik dan toch gewijd. De burgemeester van Brussel stond uitzonderlijk toe dat er tweehonderd mensen aanwezig waren in de kathedraal, uiteraard voorzien van mondkapjes.’
Op zoek naar zin

Voor hij op zijn 26ste naar het seminarie trok, werkte Alexandre enkele jaren in een grote sportwinkel in zijn thuisstad Waver. ‘Ik was al op jonge leeftijd bewust gelovig’, zegt hij. ‘Maar priester worden? Als je mij die vraag had gesteld op mijn achttiende, had ik nee geantwoord. Pas aan de universiteit hoorde ik de roep van God. Maar tegelijk wist ik: ik ben er nog niet klaar voor. Na mijn studie kon ik manager worden bij Decathlon. Bijzonder boeiend, met een aangename werksfeer en fijne collega’s. We gingen zelfs samen sporten.’
Toch knaagde er iets. ‘Ik miste een diepere zin in mijn leven, al kon ik het gemis niet goed verwoorden. Door mijn job in de sportsector droeg ik bij aan het welzijn van mensen, maar ik had het gevoel dat ik méér kon betekenen voor hen. Mijn directeur dacht dat ik meer uitdaging nodig had in mijn job, maar dat was het niet. De vraag naar het priesterschap speelde weer op, net als aan de unief. Ik herinner me dat ik op een zaterdag aan het werk was en ’s anderendaags aan de poort van het seminarie stond.’
Een moeilijke start
Niet lang na zijn priesterwijding werd Alexandre Wallemacq aangesteld als vicaris, zeg maar onderpastoor, in Geldenaken, een parochie die vier kerken telt en deel uitmaakt van een grotere pastorale eenheid. ‘Het begin was bijzonder moeilijk’, zegt Alexandre. ‘Ik werd ook verantwoordelijk voor de ouderenpastoraal, maar rusthuisbewoners mochten op dat moment geen bezoek ontvangen. Welgeteld één keer ben ik toen in een home geweest, om een bewoner de laatste sacramenten toe te dienen. Maanden later werden de maatregelen gelukkig versoepeld. Het aalmoezenierswerk werd beetje bij beetje opnieuw opgestart, op vraag van de rusthuisdirecties: sommige bewoners werden echt wanhopig doordat ze lange tijd nauwelijks iemand zagen.’
De coronacrisis zorgt soms ook voor onverwachte kansen. De jonge priester droomde ervan om over zijn geloof te getuigen in Saint-Albert, de school bij hem op de hoek. ‘Helaas, in coronatijd mochten ze niemand van buitenaf uitnodigen op school. “Maar we zoeken wél een godsdienstleraar
voor enkele uren per week”, klonk het. Een buitenkans! Ik vind het hyperinteressant om met tieners – mijn leerlingen zijn vijftien – over mijn geloof te praten.’

WIE IS ALEXANDRE WALLEMACQ?
Alexandre Wallemacq (Ukkel, 1986) is de jongste in een gezin van vier kinderen. Hij groeide op in Waver. Hij koos aanvankelijk voor een voortgezette opleiding aan de Koninklijke Militaire School, maar besloot na een jaar te gaan studeren in Louvain-la-Neuve, waar hij een master in lichamelijke opvoeding behaalde. Vervolgens werkte hij enkele jaren als manager bij Decathlon. In 2013 begon Alexandre aan de priesteropleiding en op 30 augustus 2020 werd hij priester gewijd door monseigneur Jean-Luc Hudsyn, hulpbisschop voor Waals-Brabant. Vandaag werkt hij als onderpastoor in Geldenaken (Jodoigne).
Zingen voor het raam
Het valt pastoor Wallemacq op dat de gezondheidscrisis lokale gemeenschappen heeft gedwongen om creatief uit de hoek te komen. ‘Als het over technische aspecten gaat, kijkt iedereen mijn richting uit. Normaal als je een jonge priester bent’, glimlacht hij. ‘In Geldenaken hebben we werk gemaakt van gefilmde eucharistievieringen. We hebben ook een lijst gemaakt van alle parochianen die niet vertrouwd zijn met e-mail of internet. Die mensen kregen bijvoorbeeld een telefoontje of een briefje. Belangrijk was dat niemand uit de boot zou vallen in een periode waarin menselijk contact van alle kanten werd bemoeilijkt. Zo zijn we ook met de scouts naar het rusthuis getrokken. De ramen gingen open en wij stonden op veilige afstand kerstliedjes te zingen voor de bewoners. Het zijn kleine initiatieven die toch een mooi resultaat hebben.’
Enkele van die ‘coronawerkwijzen’ zijn blijvers, zegt Alexandre: ‘Zo begeleid ik enkele koppels bij hun huwelijksvoorbereiding. Omdat het niet evident is om mensen uit te nodigen, zie ik hen via Zoom-meetings. En dat werkt uitstekend, ook al besef ik dat altijd beter zal zijn om mensen echt te
kunnen ontmoeten, zeker wanneer je een ernstig gesprek wilt voeren.’
Woestijnervaring
Alexandre behoort niet tot de doemdenkers die vrezen dat veel kerkgangers door de crisis van hun parochiekerk zijn vervreemd. Veel hangt in zijn ogen af van de dynamiek in de parochie vóór de uitbraak van de pandemie. Hij meent dat veel mensen de voorbije tijd de kans hebben gegrepen om hun geloof net te verdiepen. ‘Deze tijd, vaak zonder eucharistie, is een beetje een woestijnervaring. Je wordt gedwongen om je geloof anders te beleven, misschien wel diepgaander dan voordien.
Als we straks hopelijk weer met z’n allen eucharistie kunnen vieren, hebben de kerkgangers in het
beste geval een transformatie doorgemaakt. Net zoals het Hebreeuwse volk, dat veertig jaar onderweg was, hebben ze hun geloof kunnen verdiepen.’
Louis Defives
Deze tekst is een artikel in het septembernummer van ‘Maria, middelares en koningin’. Zin in meer? Ontdek ons tijdschrift hier!