In deze rubriek snijden we elke maand een boeiend geloofsonderwerp aan. Voor dit
nummer hadden we een gesprek met auteur Jonas Slaats over wat christenen en moslims verbindt. En dat is, de clichés ten spijt, meer dan je zou denken.
De islam heeft een kwade roep. Vaak worden moslims in één adem genoemd met terrorisme en fundamentalisme. Ook in de nieuwsberichten over de oprukkende taliban in Afghanistan, aan het eind van de zomer, kwamen Mohammed en zijn volgelingen snel ter sprake. En dan is er de kloof tussen christendom en islam, die onoverbrugbaar lijkt. Theoloog, filosoof en antropoloog Jonas Slaats staat met beide voeten in de christelijke traditie, maar verdiept zich al jaren in oosterse religies. ‘De afkeer van de islam is even oud als de islam zelf’, zegt hij. ‘Begin zevende eeuw begon Mohammed te prediken in Mekka. Geen honderd jaar later had de islam zich van Spanje tot het huidige Pakistan verspreid en werd ze er de religie van de machthebbers. Het ging razendsnel, terwijl het intussen almaar bergaf ging met het Romeinse Rijk en de uitlopers ervan. Europese machthebbers zagen hun gebied inkrimpen en als vanzelf groeide zo een vijandbeeld dat veertien eeuwen later nog steeds springlevend is.’
Maria als middelpunt

‘De islam werd lang beschouwd als een ketterij’, zegt Slaats. ‘In de ogen van middeleeuwse christenen was Mohammed niet de grondlegger van een nieuwe godsdienst, maar veeleer een soort goeroe die zijn volgelingen op het foute pad had gestuurd. Tegelijk werd de westerse wereld sterk beïnvloed door de islam. Denk maar aan de gotische kathedralen, met hun sierlijke spitsbogen. Dat zijn pareltjes van onze christelijke bouwkunst, maar de middeleeuwers haalden de mosterd eigenlijk bij de Rotskoepel en andere oude islamitische gebouwen. Ook op het vlak van bijvoorbeeld filosofie, wiskunde en astronomie is
het Westen schatplichtig aan het werk van moslimgeleerden.’
Wie de Koran leest, het heilige boek van de moslims, komt veel vertrouwde namen tegen. Zoals Ibrahim, de profeet aan wie God opdroeg zijn zoon te offeren. Het islamitische Offerfeest herinnert tot vandaag aan de scène die we uit het Bijbelboek Genesis kennen. En ook het personage Maryam doet een belletje rinkelen.
‘Maria vormt letterlijk het middelpunt van de Koran’, weet Jonas Slaats. ‘Ze geeft haar naam aan een soera, zeg maar een hoofdstuk, in het midden van dat boek. Maria is trouwens de enige vrouw die met naam genoemd wordt. Ze is dan ook een belangrijke figuur in de Korantraditie: ze bracht de profeet Jezus ter wereld, die sommige moslims als de Messias zien. Ook de maagdelijke geboorte komt ter sprake, wat de eeuwenoude verwevenheid tussen de joodse, christelijke en islamitische religies aantoont.’
Louis Defives
Meer lezen? Dit artikel komt uit ons tijdschrift Maria, middelares en koningin. Een jaarabonnement kost slechts 23 €. Of probeer het tijdschrift eerst met een gratis proefabonnement. Meer info vind je hier.