Welke toekomst heeft de Kerk?

Op deze pagina’s hebben we een jaar lang vragen gesteld. Moeilijke, prikkelende en uitdagende vragen. Over God en het lijden in deze wereld. Over onze relatie met de schepping. Of over de drijfveren van kluizenaars in onze tijd. We eindigen deze reeks met een vraag die gelovigen van verschillende rang en stand bezighoudt: welke toekomst heeft de Kerk? Met Dirk Vannetelbosch, pastoor in Jette, zoeken we naar een antwoord. We willen de lezers nu al waarschuwen: onze gesprekspartner heeft géén glazen bol. Door zijn werk als parochiepriester in een grootstad heeft hij wél een heldere visie op de rol van religie in een multiculturele samenleving.

Wanneer we Dirk Vannetelbosch ontmoeten op het Kardinaal Mercierplein, het kloppende hart van de gemeente, doet Jette zijn reputatie van ‘dorp in de stad’ alle eer aan. De pastoor van de Sint-Pieterskerk heeft nog maar net afscheid genomen van een oude bekende, of een langsrijdende politieman houdt halt voor een babbeltje. De veeltalige Brusselse humor is nooit ver weg. Ook tijdens ons gesprek in de pastorie is het een komen en gaan van buren en vrijwilligers. Vannetelbosch, een geboren Vlaams-Brabander, switcht vlot tussen Nederlands, Frans en het Brusselse dialect – enkele jaren geleden zwoegde hij op de Franse les in de militaire school.

Het is eind september wanneer we afspreken in Jette. De coronamaatregelen in het Brussels Gewest zijn op dat ogenblik nog altijd streng. ‘Nochtans komt het parochieleven weer op gang’, zegt pastoor Dirk. ‘De eucharistieviering wordt nu al anderhalf jaar uitgezonden via YouTube, maar vorige zondag zaten er toch al 150 mensen in de kerk. Een bijzonder neveneffect van corona is dat we nu drie in plaats van twee Bijbelgroepen tellen in onze parochie.’

TRADITIE VERDWIJNT

Op het eerste gezicht lijkt het dus crescendo te gaan in een van de laatste Nederlandstalige parochies van de hoofdstad. ‘We komen van ver’, zegt Dirk, die met een knipoog naar het scheppingsverhaal de toestand bij zijn komst in Jette schetst. ‘Toen ik hier zeventien jaar geleden begon als pastoor, was de aarde woest en leeg. Geruzie tussen Frans- en Nederlandstaligen had ertoe geleid dat hier nauwelijks nog gemeenschapsleven was. Wat we vandaag “de pastorij” noemen, is een oud geneeskundig centrum dat we hebben omgevormd tot een onthaalplek voor de buurt. Na de mis kunnen mensen hier bijpraten met een glaasje porto of een kop koffie.’

Het is niet al rozengeur en maneschijn, waarschuwt Dirk: ‘Het aantal inschrijvingen voor de vormselcatechese kan ik op één hand tellen. Die traditie bloedt dood en dat heeft niet alleen te maken met het krimpende aantal Nederlandstalige kinderen in de Jetse scholen. Kennissen vragen me soms om een kindje te dopen, maar in mijn eigen parochie zijn er nauwelijks doopsels.
Op dit moment zijn drie volwassenen op weg om gedoopt te worden in onze kerk – dat zijn drie lichtpuntjes, want zulke mensen hebben bewust voor het geloof gekozen. Ik kijk samen met hen uit naar de paaswake volgend jaar.’

OERKLASSIEKE LITURGIE

Niet alleen de Nederlandstalige kerkgangers in Brussel kennen Dirk. Ooit haalde hij de voorpagina van de krant Le Soir als ‘een van de gezichten die onze hoofdstad doen leven’. Met de dialectmis op Driekoningen haalt hij het tv-journaal; ook de jaarlijkse zegening van de motorrijders op het kerkplein is een mediatiek ‘evenement’. De zondagse kerkgangers komen soms van ver: Lennik, Dilbeek, Londerzeel …

Dirk wil een misverstand uit de wereld helpen: de eucharistieviering in Jette is geen zondags theater. ‘De mis in ’t Brussels is een geval apart, ook al blijft ze klassiek. Eigenlijk is de liturgie in onze kerk heel gewoon. Oerklassiek, zelfs. Alles valt of staat in mijn ogen met gemeenschapsgerichte liturgie. De kerkgangers mogen geen clubje van gelijkgezinden worden, zoals je zo vaak ziet.’

GELOOF EN CULTUUR

Hoe ziet de pastoor van Jette de kerkbetrokkenheid evolueren? ‘Ik zie de parochies in Brussel niet zo gauw verdwijnen, al zullen het er ongetwijfeld minder worden. In een stad met één miljoen inwoners vind je altijd wel een grote groep katholieken’, zegt Dirk. ‘In Wallonië en Vlaanderen, zeker in meer landelijke gebieden, voorspel ik een ander scenario dan in de hoofdstad. Ik hoor van collega’s “op den buiten” dat ze op zondag preken voor tien, twaalf mensen. En na de mis springen ze in de auto om een dorp verderop weer voor een handvol kerkgangers te staan.’

‘Men zegt weleens dat de stad de plaats is waar het geloof terugkeert’, weet Dirk. ‘Of dat ook geldt voor de rooms-katholieke Kerk, is een groot vraagteken. Wat mij enorm opvalt in Brussel, zijn de evangelische gemeenschappen – de zogenaamde pinksterkerken – die als paddenstoelen uit de grond schieten. Religie zal hoe dan ook een belangrijke rol spelen in een stad met tientallen verschillende nationaliteiten. Voor veel Brusselaars is hun geloof nauw verbonden met hun land van herkomst. Je geloof beleven is dan een manier om met je eigen cultuur en wortels verbonden te blijven.’

Dirk Vannetelbosch vindt dat zijn collega-pastoors elders in het land zich niet mogen blindstaren op het dalende aantal deelnemers aan de eucharistie, ook al is de slinkende kerkgang een teken aan de wand. ‘Even belangrijk is of je “dragers” hebt: vrijwilligers die bereid zijn om de parochie te dragen, om er hun schouders onder te zetten. Als ik al het werk in Jette alleen zou moeten doen, was er van de Bijbelgroepen, de maandelijkse rouwgesprekken, het livestreamen van de mis, de bloemenpracht in onze kerk en zo veel andere initiatieven geen sprake meer.’

BEKEREN WERKT NIET

Samen met de andere pastoraal verantwoordelijken in Brussel buigt de pastoor van Jette zich dezer dagen over de toekomst van de Kerk in de hoofdstad. De thema’s die daarbij opduiken, gelden zeker ook voor Waalse en Vlaamse kerkgemeenschappen. ‘De liturgie blijft een belangrijke factor’, zegt Dirk. ‘Vieren moet je in geschikte omstandigheden kunnen doen. Als ik morgen de mis moet opdragen in een achterkamertje, met een strijkplank als altaar, dan kunnen we beter de boel opdoeken. Het voorbeeld is gechargeerd, maar de boodschap lijkt me duidelijk.’

In Jette organiseert de parochie geregeld ‘openkerkdagen’. De kerk is dan nog fraaier versierd dan gewoonlijk – en dat wil wat zeggen in Jette. Een manier, zo vindt Dirk, om aan evangelisatie te doen: ‘We proberen om de geest van Jezus Christus, zoals die in de katholieke Kerk leeft, bekend te maken aan wie er niet of niet meer vertrouwd mee is. Wat absoluut niet werkt, is mensen overdonderen met informatie. Je moet vooral niemand willen bekeren, want dan jaag je ze weg.’

SAMENZITTEN ROND DE BIJBEL

Wat eveneens van belang is voor de kerkgemeenschap van de toekomst, is initiatiecatechese. Dan denken we spontaan aan jonge kinderen die zich op de communie en het vormsel voorbereiden. Dirk Vannetelbosch vindt het een raar idee: na het vormsel lijkt onze kennismaking met het geloof plots achter de rug. ‘Alsof we dan ineens “volleerd” zijn. Ik ben blij dat de interesse voor de Bijbel toeneemt in onze parochie. Het gebeurt nog te weinig dat mensen samenzitten om de Bijbel te lezen en erover te praten.’

Ook diaconie moet een voorname plaats blijven behouden in de parochiewerking, denkt Dirk: ‘Hoe kun je ouderen, zieken en minderbedeelden betrekken bij de plaatselijke kerkgemeenschap, en omgekeerd? Ik druk de ziekenbezoekers in Jette op het hart dat ze niet alleen een bloemetje bezorgen bij de mensen die we goed kennen. Ook onze laagdrempelige onthaalplek moet je in die context zien: mensen kunnen er op verhaal komen. De koffie en de koekjes maken het allemaal wat huiselijker.’

Louis Defives

Deze tekst is een artikel in het decembernummer van ‘Maria, middelares en koningin’. Zin in meer?

5 gedachten over “Welke toekomst heeft de Kerk?”

  1. Ik kreeg vanmorgen het tijdschrift van december. Met verwondering en een zeer aangename verrassing stelde ik vast dat er nieuws was van de parochie St Pieter te Jette. Ik ontdekte deze grote familie via You tube toen ik behandeld werd voor borstkanker enkele jaren terug. Bij onze Parochie Peulis (deelgemeente 2580 Putte) heb ik met de moed der wanhoop me geheel ten dienste gesteld van onze Parochiegemeenschap “St Jozef”. Ik bood me aan als lector en dat heeft me de gelegenheid gegeven om me meer te verdiepen in de Bijbel met de hulp van de Bijbelgroep van de Parochie Jette.

    1. Beste Rosa
      Bedankt voor je waardevolle reactie. Mooi te horen dat de kerk in Jette je inspireert, en ook dat je belangeloos inzet voor je eigen parochie!
      We wensen je nog veel leesplezier, voor vandaag een mooi mariaal hoogfeest en nog een fijne advent!

  2. Welke toekomst heeft de Kerk? Ik herinner mij levendig hoe ongeveer 50 jaar geleden al wat met het Christendom te maken had, met geweld is te lijf gegaan. Dit leidde tot honderd duizenden doden in gans West Europa. De rest van de Kerk heeft toen ongeveer 50 jaar tijd gekregen om zichzelf verder af te bouwen tot 0. Maar vandaag, 50 jaar later bestaat de Kerk nog steeds. “We zijn over tijd”, zegt kardinaal Jozef de Kesel in zijn boek “Geloof en Godsdienst in een seculiere wereld”. Ik merk aan den lijve dat ik door de opkomst van gelovige moslims, ik door de Islam gesteund word in mijn katholiek geloof. Alles is nog niet verloren, denk ik dan hoopvol. De trend in onze stad is dat het Christendom, door migratie opnieuw geïmporteerd wordt. Jonge Belgen haken af na hun plechtige communie, maar migranten die als volwassen Christenen naar België gekomen zijn, blijven vurig bidden. Het is nog af te wachten hoe de jonge migrante kinderen zullen reageren als zij hun plechtige communie gedaan hebben. Zullen zij ook helemaal verwesteren en afhaken en de mode pausen volgen i.p.v. de Paus van Rome?

    1. Net zo min als onze geïnterviewde hebben ook wij geen glazen bol… Maar zoals je zelf aangeeft, kiemt hier en daar wat – je ziet het zelfs tot volle bloei komen op onverwachte plekken. Stof tot nadenken, alleszins!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.