Mariaparken: zinvol, zingevend

Er is weer belangstelling voor de Lourdesgrotten en Mariaparken die op veel plaatsen in verval waren geraakt. De cultuurhistorische waarde ervan wordt herontdekt. Maar evengoed blijven het stilteplekken waar je, met de hulp van Maria, haar Zoon op het spoor komt. Misschien een tip voor een zomerse, ‘zin-volle’ uitstap?

GLENN GEERAERTS

Er wordt weleens gezegd dat je in elk Vlaams dorp een kerk en een frietkot vindt. Ik zou eraan willen toevoegen: én een Lourdesgrot. Als eerbetoon aan de moeder van God werden honderden, misschien zelfs duizenden grotjes gebouwd, niet alleen in Vlaanderen, maar ook over de taalgrens. Verreweg de meeste zijn uit beton, al gingen bijvoorbeeld in Limburg handige zelfbouwers aan de slag met mergel of zelfs sintels, afval van de steenkoolmijnen.

De voorbije decennia stonden veel van die Lourdesgrotten weg te kwijnen. De buren die er zorg voor droegen, werden een dagje ouder, en bij jongere generaties ebde de belangstelling voor Mariadevotie weg. Niet zelden verdwenen grotten onder de sloophamer.

BIDDEN VOOR SOLDATEN IN JETTE

Al beweegt er de laatste jaren toch weer wat. Lourdesgrotten worden ‘herontdekt’: het zijn plekken van gewijde stilte en daar hebben velen nood aan. Zo heeft ‘het grotteke van Jette’ in Brussel een tweede adem gevonden, als rustpunt in de stad. Het verhaal begon hier in de Eerste Wereldoorlog. Gelovigen kwamen toen massaal naar het pas gebouwde parochiekerkje om er te bidden voor het zielenheil van de frontsoldaten. Ze smeekten Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, patroonheilige van de nieuwe parochie, om bijstand. In 1915 werd naast de kerk een indrukwekkende Lourdesgrot gebouwd, zodat Jette uitgroeide tot bedevaartsoord.

Het grotteke van Jette. Foto: Wikimedia Commons/A. Lievrouw

Mettertijd breidde het grotdomein uit. Vandaag is het een aangename, groene stilteplek waar je – behalve de ruim honderd jaar oude grot – ook een kruisweg en vijftien rozenkranskapellen vindt. Wie meer wil weten over deze plek, kan op pad gaan met een audiogids die je kunt ophalen in het winkeltje bij de grot. Bij dertien haltes in het park krijg je dan het verhaal van een vrijwilliger, bezoeker of expert te horen.

MEERSEL-DREEF: EEN GROT ALS GRENSGEVAL

Lourdesgrot in Meersel-Dreef (Hoogstraten).
Foto: Wikimedia Commons/A. Foubert

‘Het Lourdes van de Noorderkempen.’ Zo wordt Meersel-Dreef soms genoemd. Het plaatsje is makkelijk te vinden op de landkaart, want het is het noordelijkste punt van België. Terwijl de meeste Lourdesgrotten in ons land betonconstructies zijn, werden hier echte rotsblokken gebruikt. Net als in Jette maakt ook in Meersel-Dreef de grot deel uit van een groter domein. Het zogenaamde Genadedal is het werk van de paters kapucijnen, die al tijdens de godsdienstoorlogen van de zeventiende eeuw in dit grensdorpje terechtkwamen.

Iemand heeft het Mariapark van Meersel-Dreef ooit omschreven als een kermis, en dat was niet eens slecht bedoeld. Wellicht ging het om een knipoog naar de vele ‘attracties’ die er te vinden zijn. Bij een rondgang botste ik op een kruisweg, een rozenkransweg, een parcours langs de zeven smarten van Maria, een Olijfhofje, een beeld van pater Pio en verschillende kapellen ter ere van het Heilig Hart en Franciscus van Assisi. De meeste aandacht lijkt naar de Lourdesgrot te gaan, waar je geregeld een Nederlandse tongval kunt horen.

LOMMEL: TWEE PARKEN IN ÉÉN

Kruiswegpark in Lommel. Foto: Wikimedia Commons/Eebie

Ook het Mariapark in Lommel, in het noorden van Limburg, is een ode aan de moeder van God. Alweer waren het de kapucijnen die er hun schouders onder zetten. Op de heide bij Lommel was omstreeks 1900 een fabrieksdorp uit de grond gestampt – het kreeg de gekke naam Werkplaatsen – en de paters werd gevraagd om zich over de nieuwe parochie te ontfermen. Op een uitgestrekt perceel bij de kerk lieten ze in feite twee parken aanleggen: eentje met een bidweg langs de zeven weeën van Maria en verderop een kruiswegpark.

In Lommel bouwde een vrome vakman alle staties van de kruisweg

Voor de bouw van de ‘staties’ gingen de kapucijnen in zee met Michel Geysels, een vrome vakman die trouwens ook in Meersel-Dreef heeft gewerkt. Het Mariapark van Lommel kun je gerust zijn levenswerk noemen. Hij begon eraan in 1927 en beëindigde zijn opdracht in 1960, toen hij aan de rand van het park een Sint-Jozefskapel bouwde. Als het domein bezoekt, zul je zien dat Geysels de kruisweg opgevat heeft als een ‘vaderlandse geschiedenis’ in openlucht. Zo liet hij zich voor de haltes van Christus’ lijdensweg inspireren door de burcht van Bouillon en de ruïnes van de abdij van Orval.

ROTSKUNST IN AVERBODE

Averbode is vooral bekend om zijn abdij en wat ik gemakshalve de ‘aanhorigheden’ zal noemen: de dreef voor de kloosterpoort met de ijsventers, en het populairste wandelknooppunt van heel Vlaanderen. Vlakbij bevindt zich een bidtuin waarvan slechts weinig toeristen het bestaan kennen. Onterecht, want het Mariapark van Averbode is misschien het mooiste en zeker het groenste in zijn soort.

De Lourdesgrot in Averbode, gelegen in de groene omgeving van de bekende abdij. Foto van de auteur

Het park, gebouwd vanaf 1936, moest destijds de groeiende stroom bedevaarders in goede banen leiden. Een pad voert langs zeven staties met levensgrote beelden die herinneren aan Maria’s lijdensweg, van de voorspelling van de oude Simeon tot het graf waar haar Zoon ligt opgebaard. Onderweg krijg je al een glimp te zien van de indrukwekkende grot, een schaalmodel van de rots in Lourdes waar Maria aan Bernadette is verschenen.

STILLE GETUIGEN?

De laatste jaren kregen de Mariaparken in Vlaanderen en Brussel belangstelling uit onverwachte hoek. Kenners ontdekten dat alle belangrijke Vlaamse ‘rotseerders’ in Averbode aan het werk zijn geweest. Daardoor mag het park als een openluchttoonzaal van die nu bijna uitgestorven traditie worden beschouwd. En ook al mogen de grotjes, tempels en nepruïnes langs het parcours vandaag een beetje kitscherig lijken, ze getuigen van het volksgeloof van onze voorgangers. De Vlaamse overheid springt mee op de kar: nadat de parken van Meersel-Dreef en Lommel-Werkplaatsen eerder al werden beschermd, staat sinds dit jaar ook het Mariapark van Averbode op de monumentenlijst.

Mariaparken geven zin aan mensen die er op bezoek komen

Jette. Foto: Wikimedia Commons/A. Lievrouw

Maar religieuze parken zijn méér dan stille getuigen van ‘het rijke roomse leven’. Ze geven zin aan wie ze bezoekt. De talrijke kaarsjes die aangestoken worden bij de grot in Meersel-Dreef bewijzen dat mensen – van welke gezindte ook – er hun intenties komen toevertrouwen aan Maria. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, beslisten de vrijwilligers van het Mariapark in Oostmalle om er wekelijks samen te bidden voor vrede. In het multiculturele Brussel hebben katholieken met Congolese wortels de grot van Jette omarmd. Daarvan getuigen de vele handgeschreven briefjes en fotootjes die er bij het altaar worden achtergelaten. Het is aan ons om deze zingevende plaatsen te ontdekken … en ze een zinvolle toekomst te geven.

3 gedachten over “Mariaparken: zinvol, zingevend”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.