Gloeiende kooltjes

Hoe kun je dagelijks in gebed verbonden zijn met anderen, ook al zie je hen niet? Deze vraag bracht de Française Pauline Jaricot bijna tweehonderd jaar geleden tot een nieuwe gebedsmethode. Vandaag wordt de ‘levende rozenkrans’ door miljoenen katholieken wereldwijd gebeden.

In het aprilnummer van ons tijdschrift schreven we hoe het rozenkransgebed je kan helpen bij het mediteren over het leven van Jezus. Het inspireerde een lezeres tot het schrijven van een briefje aan de redactie. ‘Vroeger sloot ik geregeld aan bij een groepje vrouwen die dagelijks een rozenhoedje baden bij de Mariagrot in onze wijk’, schrijft ze. ‘Met de jaren is het gezelschap kleiner geworden. Mensen worden ouder en vallen weg. Zelf kan ik nog moeilijk stappen, waardoor nu ook mijn stoel bij de grot leeg is. Ik kijk dagelijks op tv naar het rozenhoedje vanuit Lourdes, maar dat is niet hetzelfde.’

Het gebed uitbesteed

Misschien herken je jezelf in de reactie van deze lezeres. Je wilt wel samen bidden, maar er zijn praktische bezwaren. Of je probeert thuis in je eentje te bidden, maar je hebt extra motivatie nodig om de eerste stap te zetten. Dan is de levende rozenkrans een godsgeschenk.

Deze gebedsmethode zag het daglicht in de jaren twintig van de negentiende eeuw. De bedenkster ervan was Pauline Jaricot, een jonge Française met een boon voor Onze-Lieve-Vrouw. Pauline kon niet meer aanzien hoe de eeuwenoude praktijk van het rozenkransgebed volledig was verwaterd in Frankrijk.

Bidden werd uitbesteed aan ‘beroepsbidders’, kwezelachtige dames op vaak hoge leeftijd, ‘want die hebben toch niets anders omhanden’ …

Dat kon anders, vond Pauline. Ze besloot om klein te beginnen en groepjes van telkens vijftien gelovigen samen te stellen om de rozenkrans nieuw leven in te blazen. De leidster van de groep – het waren vrouwen die het initiatief namen – verdeelde wekelijks de mysteries over de leden. Elke deelnemer beloofde om elke dag een tientje te bidden en daarbij te mediteren over het mysterie dat aan hem was toegewezen. Op die manier bad elke groep dagelijks de rozenkrans.

Een zee van vuur

De deelnemers aan de levende rozenkrans waren voortdurend met elkaar verbonden. Zelfs al waren ze niet in elkaars buurt en konden ze elkaar niet zien. Samen bidden smeedde een band. Pauline Jaricot besefte trouwens goed dat niet iedereen een even sterk geloof heeft. De verleidingen zijn soms groot, waardoor we niet alle dagen aan bidden toekomen, ook al doen we ons best.

‘Elke groep zal bestaan uit goede mensen, middelmatige mensen en mensen die alleen van goede wil zijn’, liet Pauline optekenen. Ze vergeleek de deelnemers met gloeiende kooltjes: ‘Van de vijftien kooltjes brandt er slechts eentje goed, drie of vier branden half en de rest brandt helemaal niet. Zet ze bij elkaar en je hebt een zee van vuur.’

(lees verder onder de foto)

Drukke agenda’s

Twee eeuwen later is de levende rozenkrans niets van zijn werkzaamheid verloren. Uitgerekend voor mensen van onze tijd is hij een goed hulpmiddel bij het gebed. We zijn vaak gevangenen van onze overvolle agenda. Wie een gezin en een drukke job heeft, stelt vast dat het gebed er al te vaak bij inschiet. Het voordeel van de levende rozenkrans is dat je geen rekening hoeft te houden met de agenda’s van anderen, maar zelf bepaalt wanneer je de tijd neemt om te bidden. En lukt het niet om een groepje van vijftien (of twintig) samen te stellen, dan vind je vast wel vier mensen die dagelijks elk een tientje willen bidden. Het levende rozenhoedje, zeg maar.

Sommige kooltjes branden goed, andere min of meer, en de rest lijkt uit te doven … Maar samen vormen ze een zee van vlammen, opstijgend naar God.

Het beeld van het oplaaiende vuur had effect in Pauline Jaricots omgeving, want tien jaar nadat ze de eerste gebedsgroep had gesticht, werd de levende rozenkrans al door meer dan een miljoen Franse katholieken gebeden. Misschien inspireren de gloeiende kooltjes ook jou om werk te maken van je dagelijkse gebed?

Glenn Geeraerts

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.